“In Engeland is onderzoek gedaan naar de energiebehoefte en ruwvoerbehoefte van paarden op productieweides. Je ziet dat paarden in de eerste vier uur in de wei ongeveer 4,5 kg eten en daarna ongeveer 2 kg. Na 8 uur is de energiebehoefte uit gras behaald en na ongeveer 20 uur behaal je ook de droge stof behoefte. Dit geeft aan dat een paard gebaat is bij meer armere, structuurrijkere producten naast vers gras.”
“Mijn kennis haal ik vooral uit de melkveehouderij”, zegt Harmke. “Alles wat nu onderzocht wordt door bijvoorbeeld WUR of Louis Bolk Instituut vertaal ik naar het verteringsstelsel van het paard.”
Goed beweidingssysteem noodzakelijk
Over het beweidingssysteem zegt Harmke: “Het beheer van kruidenrijk gras voor paarden is vergelijkbaar met het beheer voor koeien. Ook bij paarden heb je een goed beweidingssysteem nodig. Misschien is een beweidingssysteem nog wel belangrijker voor paarden dan voor koeien, want paarden grazen heel intensief (eten het gras kort af) en lopen veel wat zorgt voor verdichting.”
“Beweidingssystemen in de melkveehouderij zijn gebaseerd op een hoge voedselinname, bij paarden wil je de voedselinname juist beperken in de hoeveelheid energie waarvan je wilt dat ze dit opnemen”, aldus Harmke. “Je kunt paarden natuurlijk ook in het weideseizoen hooi naast weidegang aanbieden. Dan voldoen ze wel aan de ruwvoerbehoefte, maar staan ze niet 24 uur per dag in de weide elk jong grassprietje op te eten.”
“Als je het kruidenrijke gras in stand wil houden heb je een goed systeem nodig, waarbij paarden via omweiden of strookbegrazing steeds maar toegang tot een klein gedeelte van het totale weideoppervlakte krijgen. De paarden moeten regelmatig worden doorgeweid, voordat het gras te kort wordt afgegeten. Daarna moet de weide enkele weken rust krijgen, voordat het opnieuw beweid kan worden. Dat is goed voor het terug groeien van het gras en de kruiden en voorkomt verdichting.”
“Bij strookbegrazing zet je het land af in lange stroken, waarbij je de strook dagelijks verschuift. Hierbij is het belangrijk om de achterkant van de strook mee te schuiven, zodat dit gedeelte ook voldoende rust krijgt. Kijk hierbij wel naar het gedrag van de paarden, de kuddesamenstelling en de hoeveelheid ruimte die ze hebben. Je kunt ook werken met vakken, waarbij je iedere week een ander vak gebruikt. Hanteer hierbij een rotatiesysteem en zorg dat de paarden niet binnen zes weken in hetzelfde vak komen.”
“Bij kruidenrijk gras is het vooral belangrijk dat je de kruiden de kans geeft om te bloeien”, concludeert Harmke. “Maak wel zoveel mogelijk gebruik van inheemse meerjarige kruiden, dat is beter voor de biodiversiteit en die kun je beter behouden in een weide.”
Het advies van Harmke luidt als volgt: “Wil jij (meer) kruiden in jouw paardenweide? Laat je dan goed informeren. Welke kruiden groeien goed in een weide, hoe zaai je dit voor optimaal resultaat, hoe beheer je de kruiden en wat komt daar allemaal bij kijken?”
Verdienmodel
Met kruidenrijk gras valt er ook op financieel vlak voordeel te halen voor de paardenhouder, Harmke zegt hierover: “Allereerst win je op het gezondheidsvlak van de paarden. Daarnaast kom je als paardenhouder in aanmerking voor dezelfde regelingen als andere veehouders, denk bijvoorbeeld aan het GLB/ecoregelingen of het ANLb.”
“Of je gebruik kunt maken van het ANLb hangt af van de situatie, dit kun je navragen bij het agrarisch collectief in jouw regio. Ook weet ik dat er vanuit gebiedspartners wordt gekeken naar begrazing door paarden in natuurgebieden. Paarden eten immers andere gewassen dan koeien en schapen. Wellicht dat daar ook kansen liggen.”