Voor boeren en tuinders in NV‑gebieden betekent dit dat zij extra stappen moeten zetten om de waterkwaliteit te verbeteren. Dat betekent onder meer dat alle agrarische bedrijven in NV-gebieden het gebruik van de totale hoeveelheid stikstof vanuit dierlijke mest en kunstmest met 20% moeten verlagen. De aanwijzing van NV-gebieden geeft aan voor welke percelen deze maatregelen gelden.
Onzorgvuldige aanwijzing treft ondernemers
De impact van de aanwijzing van NV-gebieden is groot voor agrarische ondernemers in die gebieden, terwijl zij nauwelijks tijd kregen om in hun bedrijfsvoering rekening te houden met deze maatregelen. Bovendien is de aanwijzing gebaseerd op sterk verouderde gegevens die geen recht doen aan de inzet en verbeteringen van de waterkwaliteit van de afgelopen jaren. Wij willen:
dat de extra verplichtingen niet onevenredig zwaar drukken op de sector;
dat de inzet die boeren sinds 2010 hebben geleverd worden meegenomen in de beoordeling;
dat bij aanwijzing van gebieden per polder of per gebied wordt gekeken naar de opgaven;
dat boeren die de waterkwaliteit aantoonbaar hebben verbeterd, ontheffing van de verplichtingen krijgen.
LTO Noord is actief met waterschappen in gesprek over deze gebieden, omdat naar verwachting na 2025 NV-gebieden blijven bestaan als ‘aandachtsgebieden’. Ook dan is het belangrijk dat per gebied met actuele gegevens wordt gekeken.
Succesvolle aanpassing in aanwijzing specifieke gebieden
We hebben er in onze lobby met succes op aangedrongen dat de manier van aanwijzen van NV-gebieden werd aangepast. Eerder ging dat om het hele beheergebied van waterschappen, maar dat is nu vervangen voor een methode voor specifieke gebieden. We blijven in gesprek met overheden en waterschappen, mede omdat de verwachting is dat na 2025 de NV-gebieden blijven bestaan onder de naam ‘aandachtsgebieden’.